Laatst bijgewerkt:

Opiniestuk naar aanleiding van advies Belgisch Raadgevend Comité voor Bio-ethiek

In december verscheen een nieuw advies van het Belgisch Raadgevend Comité voor Bio-ethiek over de anonimiteit van spermadonatie. Zie hiervoor https://www.health.belgium.be/nl/briefadvies-nr-14-anonimiteit-van-spermadonatie. In het advies wordt er afgestapt van een verplichte anonimiteit en wordt voor het eerst een meersporenbeleid voorgesteld. Daarbij worden wensouders, maar ook donoren, verplicht om bij de start te kiezen welk traject ze volgen: anoniem (zoals nu het wettelijk verplicht is), identificeerbaar of gekend. Deze keuze wordt bij de start van de behandeling gemaakt door de wensouders en kan nadien niet meer gewijzigd worden.

Het afstappen van verplichte anonimiteit vinden wij een goede zaak.
Hoewel dit voorstel op het eerste zicht heel interessant lijkt, schuilen er toch een aantal serieuze adders in het gras.

In de eerste plaats evolueert het denken en voelen van ouders over hun gezinsvorming.

Het plaats geven van de donor verandert namelijk doorheen de tijd. Bij de start van de behandeling wordt de donor vaak aangevoeld als iemand die de wensouder, en in deze situatie meer specifiek de wensvaders, bedreigt in hun ouder-zijn. Door het zien opgroeien van je kind in je gezin, slaat dat gevoel gaandeweg om en kom je vol vertrouwen in je rol te staan van volwaardige ouder. Dit verklaart echter waarom de keuze voor een anonieme donor bij de start van de behandeling wordt aangevoeld als een veiligere keuze. Pas later begrijp je dat het volkomen logisch is dat je kind wel meer wil weten over de donor en dat dit niet betekent dat jouw rol als ouder in vraag gesteld wordt.

Wij schrijven dit als ouders van gezinnen met donorkinderen die ondertussen al wat ouder zijn. De meeste zijn net prille tieners en het zijn allemaal donorkinderen die verwekt zijn dankzij een anonieme donor. Ook ons standpunt over anonimiteit is veranderd en gegroeid, samen met ons gezin en onze kinderen.

De herinnering leeft nog volop in ons, hoe kwetsbaar we waren bij de start van de behandeling. Er waren counsel-sessies, maar het verwerken van al die informatie in een emotioneel moeilijke periode ging meestal niet zo goed. Anonimiteit was vaak de enige mogelijkheid en op dat moment leek het ons een goede en juist keuze. We wilden een veilig gezin vormen, zonder vreemde ogen die meekeken over onze schouders, zonder inmenging van buitenaf. We wilden onze kinderen beschermen voor onbekenden.

Het is pas jaren later, dat het vertrouwen gegroeid is dat de donor geen bedreiging vormt in het verhaal van ons gezin. Je ziet je kind opgroeien, je praat in alle openheid over het donorgegeven en je merkt dat het niet meer dan logisch is dat je kind vragen heeft over de donor en meer over hem / haar wil te weten komen.

De donor hoefde voor ons zeker niet van in het begin op de voorgrond te komen. Het was fijn om de eerste jaren ons eigen gezin te kunnen opbouwen, de fundamenten te kunnen bouwen, onze wortels te laten groeien. Gaandeweg is die basis stevig genoeg geworden. Dit vertrouwen maakt dat we als wensouders niet meer met angst naar de donor kijken.

Bovendien wordt met een meersporenbeleid een ongelijkheid gecreëerd tussen donorkinderen.

Wat als jij als ouder ooit een keuze hebt gemaakt waar je kind zich later niet gelukkig bij voelt? Wat als je kind een klasgenootje heeft dat bv. wél informatie krijgt vanaf een bepaalde leeftijd en je kind jou vraagt waarom jij daar niet voor gekozen hebt? Een meersporenbeleid kan potentieel zéér destructief zijn voor het welzijn van een gezin.

In het advies staat dat de ouders in principe het best geplaatst zijn om te bepalen welke omstandigheden de grootste garantie bieden voor het welzijn van hun (toekomstige) kind. Hoe moeilijk is het niet om je als wensouder zonder kinderen in te beelden hoe je leven gaat zijn met een kind? Dat is het voor alle wensouders trouwens, ook als je geen medisch traject nodig hebt. Hoe kan je als ouder inschatten welke niveau van openheid het beste aansluit bij je (toekomstige) kind om het beste hun toekomstig welzijn te garanderen: geen enkele informatie bij anonimiteit of stapsgewijs meer informatie bij open profielen? Is dit geen keuze die we eigenlijk bij het kind zelf moeten leggen? Zou het niet beter zijn om alle opties open te laten voor onze kinderen zodat zij zelf mogen beslissen welke informatie ze opvragen?

Tenslotte houdt dit advies nog steeds de optie voor anonimiteit open.

In het advies wordt zélf aangegeven dat anonimiteit niet meer gegarandeerd kan worden door de medisch-technische evolutie. Dankzij het DNA-onderzoek is de anonimiteit virtueel failliet. Door de mogelijkheid van anonimiteit te blijven aanbieden, wordt er een rad voor de ogen van de wensouders gedraaid. Het houdt eveneens het risico in dat er geen enkele wijziging zal komen in de werkwijze van de fertiliteitscentra.

Wij pleiten voor een systeem van zorgvuldig gescreende “open-profiel donoren”, waarbij kinderen naargelang hun leeftijd stapsgewijs informatie kunnen opvragen, onder zorgzame, professionele begeleiding. Dat zou de afschaffing betekenen van de strikte anonimiteit zoals die nu wordt opgelegd door de overheid en de medische wereld.
Wij geloven dat dit een manier is om onze gezinnen, onze kinderen én de donoren serieus te nemen in hun behoefte aan privacy en veiligheid. Tegelijkertijd geven we aan onze kinderen de sleutels om later alle puzzelstukken te verzamelen die ze nodig hebben om een diepe, rijke beleving van hun identiteit te kunnen uitbouwen, in alle rust en stabiliteit.