Laatst bijgewerkt:

Je kind informeren

Beslissen kinderen te krijgen met de hulp van een sperma-, eicel-, embryodonor(en) is één stap. Beslissen om met je kind te praten over de ontstaansgeschiedenis van jullie gezin is een tweede stap. Beiden zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en best begin je hierover na te denken voor jullie starten met de behandeling. Het kan namelijk zijn dat jullie bij de start nood hebben om met anderen te praten over de diagnose en behandeling maar dat jullie later alsnog kiezen het conceptieverhaal niet aan jullie kind te vertellen. Dan creëer je een risicovolle situatie: Jullie kind kan het dan later onverwacht en onvoorbereid van iemand anders horen. Onderzoek toont aan dat dit negatieve gevolgen (bv. een vertrouwensbreuk) heeft voor het kind.

Ieders verhaal is anders en verschillende koppels zullen verschillende beslissingen nemen. Het is vooral erg belangrijk dat je er als koppel, met steun van anderen goed over nadenkt, voor en tijdens de behandeling, maar ook nadien. De vraag ‘praten we er met ons kind over of niet?’ zal namelijk nog geregeld als thema terugkomen.

Wat geven ouders als motivatie aan om met hun kind te spreken over de donorconceptie?

  • Geheimen hebben een negatieve impact op familie relaties en/of het kind.
  • Medische informatie is belangrijk, ook de afwezigheid ervan. Zo kunnen artsen rekening houden met de afwezigheid van medische informatie en is het advies dat hij kan geven nauwkeuriger. In families met een genetische aandoening, kan het bij kinderen de angst wegnemen ook erfelijk belast te zijn.
  • Een kind heeft het recht om zijn biologische, genetische achtergrond m.a.w. zijn conceptieverhaal te kennen.
  • Genetische en biologische informatie zijn fundamenteel voor iemands identiteitsgevoel.
  • Kinderen voelen dat er iets ‘anders’ is (door verschillen in uiterlijk, in talenten, door topics die gemeden worden,…) en dit kan hun zelfwaarde en de familierelaties beïnvloeden bv. sommige kinderen dachten dat ze geadopteerd waren.
  • Als je het zelf vertelt, heb je controle op de manier waarop je kind het verneemt en dat je kind ook de juiste informatie verkrijgt. Bovendien voorkom je dat je kind het ongewild ontdekt via derden.
  • De manier waarop je het vertelt, is belangrijker voor de gezinsrelaties dan het onderwerp op zich.
  • Openheid is een waarde die heel belangrijk is voor ons gezin, hetgeen we ook in ons gedrag willen aangeven.
  • Het geloof dat dit het beste is voor het kind.
  • Omdat we trots zijn op ons gezin en we niet het gevoel hebben dat we ons moeten schamen voor hoe ons gezin gevormd is.

De ‘ideale leeftijd’?

Als jullie ervoor kiezen (of reeds gekozen hebben) om jullie kind te vertellen over de ontstaansgeschiedenis van jullie gezin, start je hier best mee op jonge leeftijd.

Ideaal is wanneer jullie zoon/dochter nooit anders geweten heeft dan dat jullie een donorgezin zijn. Internationaal wordt aangenomen dat dit makkelijker is voor de identiteitsontwikkeling, dan wanneer er een fase ‘voor & na’ is.

‘Op jonge leeftijd’ bedoelt men voor de leeftijd van 5 jaar. Sommige ouders oefenen al in het vertellen als hun kind een peuter is of nog jonger, en proberen uit welke woorden voor hen het beste aanvoelen. Anderen beginnen op de leeftijd dat kinderen beginnen te vragen ‘waar baby’s vandaan komen’. Indien het om de een of andere reden niet gelukt is, jullie kind op jonge leeftijd in te lichten, of je bent bv. later van mening veranderd dan is dit nog altijd mogelijk met de nodige voorbereiding.

Zie het vertellen als een proces en niet als een eenmalige mededeling.

Het verhaal dat je vertelt over hoe jullie gezin ontstaan is, zal meegroeien met jullie kind, zijn woordenschat en vragen, en zijn mogelijkheden om de informatie te begrijpen. Voor alle concrete vragen m.b.t ‘Hoe het te vertellen?’, ‘Lichten we de kleuterjuf best op voorhand in of niet?’, ‘ In ons gezin hebben de kinderen een verschillende biologische achtergrond’ (bv. biologisch eigen kinderen, een adoptiekind, een pleegkind,…) verwijzen we jullie naar Familie en vrienden informeren.

Welke reacties mag je verwachten van kinderen?

Reacties zijn natuurlijk afhankelijk van de leeftijd. Een peuter luistert vnl. naar een verhaaltje over zijn geboorte, en geniet van het voorlezen op zich. Kleuters kunnen erg gefascineerd zijn door het gegeven hoe baby’s in de buik komen. Het vertellen van hun geboorteverhaal gaat in stukjes en beetjes omdat hun aandachtsspanne ook nog erg kort is en de interesse erg kan wisselen. Ze hebben ook nog geen ‘referentiekader’ en beseffen niet hoe hun verhaal anders is dan dat van leeftijdsgenootjes. Zonder ‘een norm’ wordt de informatie gewoon opgenomen zonder vragen.

Kinderen van de lagere schoolleeftijd reageren over het algemeen minder op een emotionele manier op het gegeven van de donorconceptie en stellen eerder technische vragen, indien ze er stellen. Dat is heel normaal. Het gemis aan reactie van hun kind, maakte dat sommige ouders zich ontgoocheld voelen omdat ze zelf eerder wat zenuwachtig, ongemakkelijk of spanning voelden bij het vertellen. Jonge kinderen begrijpen nog maar zeer weinig van de implicaties van donorconceptie.

Hoe meer kennis kinderen op school opdoen, hoe meer ze ook beginnen te begrijpen van erfelijkheid en overerving van kenmerken. Mede afhankelijk van de persoonlijkheid en interesse van jullie kind, en hoe jullie ermee omgaan, zal jullie kind andere vragen gaan stellen. Sommige jongeren kunnen verdrietig zijn omdat ze geen bloedband delen met een van de ouders, net zoals jullie ook liever een genetische band hadden willen delen met jullie kind. Jullie zoon/dochter kan vragen hebben over de persoon van de donor. Dit is een normale interesse in zijn/haar biologische achtergrond. Het zegt niets over de kwaliteit van jullie relatie.

Hoe later de leeftijd waarop jullie kind op de hoogte wordt gebracht van de donorconceptie, hoe zeer jullie zullen rekening moeten houden met de vraag waarom hij/zij niet eerder werd ingelicht en met eventuele boosheid waarom hij/zij de informatie niet eerder toevertrouwd werd. Het kan als een shock aankomen, wanneer hij/zij ineens beseft dat er geen genetische band is met een ouder. Erg belangrijk is in ieder geval dat jullie zoon/dochter het niet van derden hoort, maar van jullie, zijn/haar ouders.

Wat als ons kind erover begint te vertellen met anderen?

Jonge kinderen praten er niet vaak over omdat ze het niet als ‘anders’ of ‘interessant’ vinden om erover te praten. Andere kinderen zullen ook vaak niet begrijpen wat ze zeggen omdat ze niet weten wat een donor of donorconceptie is. Daardoor is het geen interessant onderwerp om met andere jonge kinderen over te praten.

Wanneer er thuis over gesproken wordt en er ‘normaal’ mee omgegaan wordt, zal jullie kind aanvoelen dat hij/zij zich er niet over moet schamen, maar krijgt hij juist vertrouwen mee.

Oudere kinderen kunnen ook al een gevoel van privacy ontwikkelen, en beseffen dat er een verschil is tussen privacy en geheimhouding. Ze merken en weten dat je niet alles van thuis aan iedereen vertelt. In het geval dat hij/zij opmerkingen zou krijgen van anderen, heeft hij ook de vaardigheden om deze te corrigeren of hierop te reageren.

In de lagere school lichten ouders soms de leerkracht in over de donorconceptie. Wanneer er bv. een thema-week is over familie, afstamming kan het helpen dat de leerkracht voorbereid is en kan inspelen op mogelijke reacties en jullie kind mee kan ondersteunen. Eens jullie kind in het middelbaar zit, kan hij/zij zelf beslissen of hij/zij wilt dat de school wordt ingelicht.

Ervaren jullie het niet geven van dergelijke info als “een geheim”? Ben je van mening dat een kind het recht heeft om te weten waar het vandaan komt? Zijn jullie bezorgd over het effect van deze informatie op de band die jullie hebben/gaan hebben met jullie kind? Zijn er in jullie omgeving veel mensen op de hoogte van jullie beslissing? Wat indien er kinderen met een verschillende biologische achtergrond in het gezin aanwezig zijn?

  • De informatiebundels ‘vertellen en erover praten’ voor de verschillende leeftijden zijn speciaal ontwikkeld om ouders te ondersteunen wanneer je erover begint te praten, alsook doorheen de verschillende ontwikkelingsfasen van jullie kind en geven voorbeelden van reacties va kinderen, ouders, situaties etc.
  • Zie de voorleesboekjes voor kinderen in de Boekenlijst.

Vorige pagina - Volgende pagina